

In Putten is een arboretum, aangelegd met als doel na te gaan hoe bomen in gesloten bosopstanden groeien. Bomen van één soort staan daarom in groepen bij elkaar.
Deze groepen zijn gerangschikt op plantengeografische herkomstgebieden.
Soorten die uit hetzelfde land of dezelfde streek komen groeien met elkaar op.
Al wandelend in dit arboretum doorkruis je de bomenwereld.

Azië fascineert me het meest qua bomen én de sfeer daar.
De Gingko ( =zilveren abrikoos) is een prachtige oude boom (men zegt dat de boom er in de prehistorie al was) met waaiervormige bladeren. Alleen de vrouwelijke bomen krijgen vruchten en dan nog maar pas na 20 tot 50 jaar.

Vandaar wellicht dat ik nooit eerder vruchten aan een dergelijke boom gezien heb!
Hij heet ook wel Tempelboom, omdat hij in Azië vaak bij tempels geplant werd; de boom staat symbool voor de vruchtbaarheid.

Ook de rijstpapierplant (familie van de ginseng) spreekt tot mijn verbeelding, hij schijnt een enorme groeikracht te hebben en de bladeren kunnen (met gemak) een meter doorsnee bereiken
De naam zegt het al van de stengel wordt al eeuwen lang rijstpapier gemaakt. Het rijstpapier wordt ook wel eens gebruikt als chirurgisch verband omdat het goed vloeistoffen absorbeert. Ook zou het stuifmeel tegen aambeien helpen en het merg van deze stengel wordt ook voorgeschreven om de melkproductie bij borstvoeding te vergroten ( al in 1590 werd e.e.a. beschreven door Li Shizhen een van de grootste dokter en apotheker uit de Chinese geschiedenis.)
En dan natuurlijk bamboe, dat niet alleen in China maar in wel 5 continenten ( dus behalve in Azië, ook in Zd. Amerika, Australië, Nrd. Amerika en Afrika) in het wild voorkomt.
Bamboe filtert CO2 uit de lucht; hoe meer bamboe hoe minder CO2 in de lucht!


Ook minder bekende bomen uit Azië zijn de moeite van het bekijken waard; zoals deze apart gevormde Kransspar ( ook wel Japanse Parasolden genoemd), die voorkomt in het Zuiden van Japan.
Dáár is het een populaire boom mede omdat het hout goed bestand is tegen rot: er worden boten van gebouwd.
De kransspar is een van de 5 heilige bomen in Japan, alleen het hout van deze 5 bomen mag gebruikt worden bij de bouw van Shinto (Japanse inheemse godsdienst) tempels.
Er zijn van deze boom fossielen gevonden van zo’n 200 miljoen jaar geleden.




Behalve bomen zijn er ook hout gemaakte dingen te zien; zoals de houten afzettingen, een soort stoeltje en een “hoge” uil.
Een “vloertje” voor een infobord lijkt van stenen gemaakt, maar blijkt bij nadere bestudering uit plakken boom(hout )te bestaan.
Ook het entree, de poort en de smalle houten gang zijn van natuurlijk materiaal

Na ( en tussendoor)wandelen we door het Middellandse Zeegebied,we zien bomen die daar vandaan komen en zo lopen we verder Europa in.
De hop, een plant die oorspronkelijk zowel in Noord Amerikaals in Europa voorkwam en als ingrediënt voor bier gebruikt wordt
Wat ik niet wist is dat Duitsland de grootste hopproducent ter wereld is en dat hop ook wordt verbouwd in landen als Oostenrijk, Portugal, Engeland en België.
De bast van de wierookceder
( oorspronkelijk uit Nrd. Amerika) is bijzonder. Omdat het hout zo lekker ruikt worden er kledingkasten en sigarendoosjes van gemaakt, maar ook houten dakpannen en potloden!


Er is ook jonge aanplant in dit arboretum. Ik vermoed dat hier zich reeën aan te goed willen doen, want de jonge aanplant wordt goed beschermd met hekwerk.
De Valse Christusdoorn stamt uit Nrd. Amerika, groeit snel en kan een hoogte van 20 tot 30 meter bereiken. De naam suggereert dat mens en dier gemene wonden van deze boom kunnen krijgen, maar er schijnt ook een CHristusdoorn ZONDER doorns te bestaan.

Het hout heeft open poriën en is dus NIET waterdicht; het is wel duurzaam, taai en splijtvast. (Het is onder de naam Honey locust een bekende boom en houtsoort in de Verenigde Staten)

Niet alle bomen die hier staan zijn nog heel. Sommige zijn geknakt, andere worden ondersteund, zodat ze nog (veel) langer hier kunnen blijven staan.

We lopen naar “het grootste geheim van Putten” en drinken er een biertje op het terras.
We hebben een “reis” langs ’s werelds bomen gemaakt en prachtige natuur gezien.




We verlaten het arboretum via een houten poort: we staan weer buiten in de “echte” wereld.
Gelukkig ( nog?) een wereld met bomen,waar de mens niet alles gekapt heeft voor eigen gebruik of om plaats te maken voor iets anders.